Vandaag willen we antwoord geven op de vraag wat meelsoorten eigenlijk zijn. Hoe zit het met de typeaanduidingen voor meel en wat is het verschil met volkorenmeel?
Wat wordt bedoeld met meelsoorten? Het meeltype geeft aan hoe hoog het mineralengehalte in het meel is dat overblijft wanneer 100 g meel wordt verbrand. De hoeveelheid wordt aangegeven in milligrammen. Dit betekent dat meelsoort 550 550 mg mineralen bevat in 100 g meel. Het is belangrijk te vermelden dat de typeaanduidingen van meel in Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland verschillen. Maar daar komen we later op terug.
Dus hoe hoger de meelsoort, hoe hoger het mineraalgehalte. In Duitsland hebben volkorenmeel en volkorengrutten geen typeaanduiding omdat zij de maximale hoeveelheid mineralen bevatten. Vermeldenswaard is dat de meelsoorten en het mineraalgehalte niets te maken hebben met de fijnheid van het meel, d.w.z. de korrelgrootte.
In de DACH-landen (Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland) is meel uit elk van de twee andere landen verkrijgbaar. Daarom willen wij een overzicht geven en heel kort ingaan op de soorten meel in de afzonderlijke landen.
In Duitsland is de type-aanduiding van meel gebaseerd op de DIN-norm. Het type tarwe-, spelt- en roggemeel geeft het mineraalgehalte per 100 g meel aan (b.v. tarwemeel type 405, speltmeel type 630, roggemeel type 1150).
In Oostenrijk is de DIN-typering niet van toepassing. Het type geeft het 1000-voudige mineraalgehalte aan als percentage van de droge stof. De letter vooraan geeft de graansoort aan (W= tarwe, R=rye, zonder letter gespeld). Type W480 is dus een witte tarwebloem en komt overeen met type 405 in Duitsland. In Oostenrijk wordt voor meel nog vaak de korrelgrootte gespecificeerd. Er wordt onderscheid gemaakt tussen glad, grippy en double grippy.
Er bestaat geen officiële DIN-typering in Zwitserland. Er wordt onderscheid gemaakt tussen witte bloem* (= tarwebloem ca. 65% van de korrel), halfwitte bloem (= tarwebloem ca. 75% van de korrel), gerookte bloem (= tarwebloem ca. 85% van de korrel) en volkorenbloem (= tarwebloem min. 98% van de korrel).
Het verschil tussen (de meeste) soorten meel en volkorenmeel is dat volkorenmeel alle belangrijke mineralen bevat. Het bevat ook waardevolle vitaminen, secundaire plantaardige verbindingen en voedingsvezels. Vooral als je het vers maakt met een
Salzburgse graanmolen
maalt. Als u nog fijner zelfgemalen volkorenmeel wilt hebben, hebben we ook
traditionele meelzeefmachines
voor jou. Een verlies aan voedingsstoffen kan hier bij wijze van spreken niet mee samengaan.
Heeft u vragen of opmerkingen over dit onderwerp, dan ontvangen wij graag een reactie of een bericht (e-mail naar j.fuschelberger@agrisan.at) van u! Tot ziens!
Referenties
https://de.wikipedia.org/wiki/Mehl#Typisierung_in_Deutschland_nach_DIN
https://getreidemuehle.com/aufbau-eines-getreidekorns/
*In Zwitserland, witte bloem in plaats van witte bloem.
Dat was: Wat wordt bedoeld met soorten meel?