Voor het artikel van vandaag hebben we het “Austrian Nutrition Report” genomen en bekeken wat daarin te lezen is over granen, en wat de situatie is met betrekking tot de consumptie van granen door Oostenrijkers.
Het Oostenrijkse voedingsrapport geeft informatie over de voedingssituatie in Oostenrijk. De gegevens worden sinds 1998 om de vijf jaar verzameld. Het meest recente voedingsrapport is van 2017. Het is de afdeling voedingswetenschappen van de Universiteit van Wenen die in opdracht van het Bondsministerie van Volksgezondheid en Vrouwenzaken het voedingsrapport opstelt. De gegevens worden op een gestandaardiseerde en computerondersteunde manier verzameld.
Het voedingsrapport richt zich op mannen en vrouwen in Oostenrijk van 18 tot 64 jaar. Omdat de deelname vrijwillig is, zou men de geldigheid van het Oostenrijkse voedingsrapport in twijfel kunnen trekken gezien het aantal testpersonen. In 2017 werden in totaal 2 129 mensen onderzocht. Door het onevenwichtige aandeel van mannen
(782) en vrouwen (1347), was er enige vertekening in de steekproef. Dit werd echter gecorrigeerd door Statistics Austria.
In het Oostenrijkse voedingsrapport wordt de consumptie van de verschillende voedselgroepen (zoals fruit/groenten, zuivelproducten, granen, enz.) gepresenteerd, naast de vastgestelde waarden van vitamines, mineralen van de testpersonen, enz.
We bekijken nu hoe granen in Oostenrijk worden geconsumeerd:
“Voor de voedingsgroep koolhydraten en vezelbronnen granen en aardappelen worden dagelijks vier porties granen, brood, pasta, rijst of aardappelen aanbevolen. Een portie van deze voedingsmiddelen is 50 tot 70 g brood of volgraanbrood, gebak ongeveer 50 tot 70 g, muesli of graanvlokken 50 tot 60 g en aardappelen ongeveer 200 tot 250 g. Voor gekookte pasta komt 200 tot 250 g en voor gekookte rijst of granen 150 tot 180 g overeen met een portie. Vrouwen consumeren tussen 36 en 45 g aardappelen per dag, mannen tussen 57 en 73 g, wat neerkomt op ongeveer een kwart portie. Beide geslachten consumeren aanzienlijk meer granen, graanproducten en granen: de hoeveelheden liggen hier tussen 245 en 301 g voor mannen en tussen 177 en 201 g voor vrouwen. In totaal komt dit overeen met ongeveer drie porties.” [1]
Samenvattend kan dus worden gesteld dat er drie in plaats van vier porties van de aanbevolen hoeveelheid granen en aardappelen worden geconsumeerd, waarbij de consumptie van granen(producten) hoger is dan die van aardappelen.
Waar is het volle graan?
Iedereen die onze blogberichten volgt, weet dat volkorenproducten voor ons een belangrijke rol spelen. Het feit dat alle graanproducten op basis van volle granen veel vezels, vitaminen, mineralen, enz. bevatten en daarom een meer gezondheidsbevorderend effect op het lichaam kunnen hebben dan witmeelproducten, is niet alleen belangrijk voor ons, maar zou algemeen bekend moeten zijn.
De volgende vragen rijzen: In hoeverre wordt in het Oostenrijkse voedingsverslag bij de consumptie van granen/producten onderscheid gemaakt tussen volkoren- en niet-volkorenproducten? Kunnen alle graanproducten over één kam worden geschoren? In welke context zou een onderscheid belangrijk of zelfs noodzakelijk zijn?
Wij willen het Oostenrijkse voedingsrapport hier op geen enkele manier evalueren of zelfs maar devalueren, maar het alleen een beetje in twijfel trekken.
Met deze stof tot nadenken sluiten we de blogpost van vandaag af en wensen we u een fijne dag!
Bronnen
Artikel
Vezel
Bijdrage:
Voedingsstoffengehalte van volkoren en niet-volkoren graanproducten in vergelijking.
https://www.getreidemuehle.com/de/weissmehl-vollkornmehl/
[1]https://ernaehrungsbericht.univie.ac.at/fileadmin/user_upload/dep_ernaehrung/forschung/ernaehrungsberichte/erna_hrungsbericht2017_web_20171018.pdf, pagina 44
Dit was: Het Oostenrijkse voedingsrapport: zo ziet onze graanconsumptie eruit